Category Archives: Learning

Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020 met Wytske de Man

Source: Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020 met Wytske de Man

Op veel scholen verdwijnen de handvaardigheidslokalen. Eind 2018 schreef ik hierover een opiniestuk in het NRC. Ik kreeg hier ontzettend veel reacties op. Hoe kan dit als we tegelijkertijd geen vakmensen kunnen vinden in Nederland? En hoe komt het dat we leren timmeren, zagen en ‘iets maken’ met je handen niet meer zo hoog op de prioriteitenladder hebben staan? Je handen als instrument leren gebruik en de wereld ‘kunnen vormgeven’ is minstens zo belangrijk! Gelukkig is er een spannende nieuwe beweging in Nederland gaande: het maakonderwijs ook wel ‘the maker movement’. Hier gaat leren en mooie dingen maken hand in hand! En dit kan in de klas, bij de bieb of op bezoek bij de fietsenmaker. Met maakonderwijs expert Wytkse de Man van de Alan Turingschool in hartje Amsterdam ga ik hierover in gesprek. We verkennen hoe leerkrachten kunnen starten met maakonderwijs en wat het vraagt van de dagelijkse schoolomgeving.

#BORED AF

Bron: Youngworks.nl

#BORED AF

 

Source: #BORED AF – Youngworks

#BORED AF

En de vlucht in beeldschermen
Rutger van den Berg 30 maart 2018

Wanneer je online zoekt op ‘jongeren en verveling’ krijg je bijna 200.000 hits op Google. Bij het woord verveling hebben we al snel de associatie met een onderuitgezakte puber die lusteloos vanaf de bank naar de tv of het raam staart. Maar deze vorm van ‘vrijetijds-verveling’ lijkt steeds zeldzamer. De jongeren in ons Youngworks-trendteam vragen zich zelfs af wat de laatste keer was dat ze zich echt verveelden in hun vrije tijd. Wat zegt dit over de leefwereld van jongeren?

Verveling is volgens de Van Dale een “onaangenaam gevoel van leegte zodat de tijd lang lijkt”. De onderzoeker Adam Phillips is van mening dat (de perceptie van) een overdaad aan tijd een voorwaarde is om je echt te kunnen vervelen in je vrije tijd. Jongeren (10 – 19 jaar) hebben per week 47 uur aan vrije tijd (dus buiten school, werk, sport, eten en slapen). Dat is gemiddeld bijna zeven uur per dag. Voldoende tijd om je te vervelen zou je denken… Toch ervaren jongeren dit anders: vrije tijd is geen synoniem voor niksen.

Volgens het Tijdsbestedingsonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) hebben Nederlanders altijd het gevoel dat ze het druk hebben, ook wanneer het in de praktijk wel meevalt. Ook onder jongeren herkennen we dit. De combinatie van online en offline mogelijkheden biedt altijd en overal iets te doen én creëert vaak het gevoel van een voortdurende (sociale) verplichting. Een momentje niks doen ervaren jongeren daarom snel als waardeloos, als verspilde tijd: “Er moet en kan nog zoveel gedaan worden! Huiswerk, ander werk, maar ook die nieuwe serie kijken waar iedereen het over heeft… whatever. Ik kan mijn tijd nu niet lopen verdoen.” Verveling is voor hen vooral een harde confrontatie met het feit dat ze niets doen en geeft een gevoel van waardeloosheid. Die confrontatie willen jongeren vaak uit de weg gaan of zo snel mogelijk verdrijven. Engels onderzoek, uitgevoerd door het onderzoeksbureau Platypus, laat zien dat het constante aanbod van nieuwe series en filmpjes op Netflix en YouTube-kanalen voor veel jongeren de meest voor de hand liggende manier is om verveling te verjagen. Deze onuitputtelijke entertainmentkanalen bieden altijd en overal voldoende prikkels of impulsen om het onaangename gevoel snel te verdrijven, met als gevolg dat jongeren in hun vrije tijd – zoals ze zelf aangeven – inderdaad niet vaak ‘diepe’ verveling ervaren. Terwijl ze alsnog hun tijd niet al te nuttig besteden…

Behoefte aan verveling?
Haaks op het wegdrukken van verveling zien we tegelijkertijd ook een andere behoefte: tijdens momenten van (daadwerkelijke) drukte kijken sommige jongeren ernaar uit om niks te doen. Dan lijkt ‘verveling’ voor hen opeens een moment van ultieme ontspanning. In een soort antireactie op voortdurende drukte zeggen sommige jongeren juist te verlangen naar een gevoel van verveling, naar de luxe van nutteloosheid. Ook voor hen biedt internet een uitkomst: zij zeggen daar te vluchten in ‘gefaciliteerde verveling’. Ze sluiten zich bijvoorbeeld af van de wereld om eindeloos te scrollen op sites als StumbleUpon of ze tekenen uit het niets, zonder doel urenlang een Doodle. Hier schuurt echter iets, want kunnen we deze activiteiten wel als ‘verveling’ kenmerken? Het zijn weinig prikkelende bezigheden, maar het zijn nog steeds ‘bezigheden’ die jongeren afleiden van hun daadwerkelijke gevoel (van verveling óf van drukte). Jongeren die zeggen te verlangen naar verveling, zoeken vooral naar ademruimte binnen hun volle agenda’s. Dit vinden ze in afgebakende afleidingsvrije activiteiten die gericht zijn op tijdverdrijf. Hoewel ze zich naar eigen zeggen willen ‘vervelen’, zoeken ze dus niet echt naar het onaangename, confronterende gevoel van verveling.

De noodzaak van verveling
De psycholoog John Eastwood is kritisch over het vluchtgedrag dat jongeren (en veel volwassenen) vertonen. Hij zegt dat we passieve ontvangers zijn geworden van stimulansen. Wanneer we ons vervelen (en dus zelfs wanneer we op zoek gaan naar verveling) vluchten we steeds meer in onze beeldschermen (tv, tablet, smartphones). Maar: “Verveling is net drijfzand, hoe meer we ons er tegen verzetten, hoe sneller we er in zinken”. Directe verdrijving van verveling beperkt namelijk de constructieve kracht van het vervelen. In een verveelde mindset zijn mensen sterker in staat tot associatief denken. Hoofdzakelijk omdat iemand die zich verveelt extra open staat voor nieuwe ervaringen en impulsen. Verveling zet aan tot creativiteit, want onbewust wil je jezelf bezighouden. Op het moment dat we een gevoel van verveling ervaren gaat ons brein op zoek naar manieren om dit lusteloze gevoel te doden. Juist op deze momenten worden nieuwe ideeën geboren. Daarnaast geeft verveling je de tijd om de wereld opnieuw te ontdekken. In de alledaagse drukte sta je niet stil bij de kleine dingen die in de wereld gebeuren. Maar wanneer de verveling toeslaat sta je plotseling gefascineerd te staren naar een spin die een web spint. Opeens is dat verveelde gevoel omgevormd tot een moment waarop je iets nieuws ontdekt.

Het huidige online en offline entertainmentaanbod biedt jongeren de mogelijkheid om het onaangename gevoel van verveling binnen enkele secondes te verdrijven, Prettig, maar op de lange termijn is het effect van dit laagdrempelige escapisme mogelijk minder positief. Wanneer jongeren het gevoel van verveling niet langer toelaten, komen zij niet op het constructieve punt waarbij hun creativiteit in gang wordt gezet. Gechargeerd kunnen we stellen dat de voortdurende (digitale) afleiding het creatieve potentieel van jongeren kan inperken. Maar…. hier bewijst school, vanuit een enigszins onverwachte hoek, haar enorme waarde. Onderwijs vindt in Nederland plaats binnen een relatief afleidingsvrije omgeving en is volgens diverse onderzoeken ook de bron van de meest intense en minst prettige vormen van verveling. Hoewel verveling uiteraard niet het hoofddoel is van onderwijs, waarborgt dit in een wereld vol afleiding wel het stimuleren van creativiteit bij de volgende generatie. Moeten we als docent de lusteloos uit het raam starende leerling ondertussen met andere ogen bekijken? En moeten we als ouder opgelucht ademhalen wanneer ons kind vraagt “Mam, Wat zal ik doen? Ik verveel me.”?

Bronnen:

Adaptieve leersystemen, tijd voor een doorbraak! – Inspire

Je kunt niet meer van leerlingen en studenten verlangen dat ze zich aanpassen aan de lesstof. De lesstof moet zich aanpassen aan hen.

Bron: Inspire.nl

Adaptieve leersystemen, tijd voor een doorbraak!

Als we leren, lijkt het vaak of we nog in de twintigste eeuw leven. Onderwijzen en opleiden is in de meeste gevallen nog massaproductie, niet aangepast aan de persoonlijke behoeftes, leerdoelen en manier van leren.

In de 21e eeuw is zo ongeveer alles wat we doen veranderd onder de invloed van technologie. Kopen, bestellen, navigeren, bankieren, communiceren… Niets gaat meer hetzelfde. Slimme apparaten en software maken ons dagelijks leven niet alleen efficiënter, maar vaak ook leuker. Maar als we leren, lijkt het vaak of we nog in de 20e eeuw leven.

Onderwijzen en opleiden is in de meeste gevallen massaproductie, niet aangepast aan de persoonlijke behoeftes, leerdoelen en manier van leren. Met een vaste toets aan het einde, in plaats van tussentijdse toetsmomenten die gebruikt worden om het leerproces te optimaliseren. Het is tijd dat producenten van educatief materiaal gaan beseffen dat het anders kan en anders moet. Dat je niet meer van leerlingen en studenten kunt verlangen dat ze zich aanpassen aan de lesstof, maar dat die lesstof zich moet aanpassen aan hen.

“Het is tijd dat producenten van educatief materiaal gaan beseffen dat het anders kan en anders moet.”

De gevestigde orde kijkt toe

Het is spijtig om te zien dat anno 2016 slechts een handvol partijen de educatieve mogelijkheden van moderne technologie volledig omarmt. Initiatieven van bijvoorbeeld TopiaTeam, Blink Educatie en Oefenweb laten overtuigend zien dat educatieve apps leren efficiënter, effectiever en leuker maken. Zij introduceren succesvol toepassingen die leren rekenen, spellen of typen niet alleen superleuk maken, maar die bovendien lesstof en leerproces slim afstemmen op iedere individuele leerling.

Opvallend is dat het vaak de nieuwkomers zijn die de grootste stappen op dit gebied zetten, net als in veel andere markten. Nieuwe bedrijven waarvoor ‘digitaal’ geen keuze is, maar de norm. En waar alles draait om slimme technologie, interactieve content en data. Terwijl de gevestigde orde toekijkt hoe ze met grote vaart ingehaald wordt…

“Opvallend is dat het vaak de nieuwkomers zijn die de grootste stappen op dit gebied zetten.”

Zelf vorm geven aan je leerproces

De mogelijkheden om met behulp van computertechnologie educatie op maat aan te bieden zijn enorm. Adaptieve leersystemen passen de lesstof en de presentatie van die lesstof aan op de leerbehoefte van de leerling, gebaseerd op persoonlijke voorkeuren en gedragingen in het systeem. Dat resulteert in een betere en effectievere leerervaring. De leerling is niet meer een passieve ontvanger van informatie, maar geeft zelf actief vorm aan het eigen leerproces. Adaptief leren is geschikt voor scholen, maar ook voor opleidingsinstituten en zakelijke trainingen en cursussen. De toevoeging van adaptieve e-learning software aan het onderwijs is een volgende stap in blended learning, waarbij fysiek en digitaal onderwijs elkaar aanvullen en versterken.

Leren op maat door learning analytics

Wat een adaptief leersysteem toevoegt aan de educatie? Een heleboel! Doordat iedere activiteit van een leerling in het systeem wordt vastgelegd, ontstaat een grote hoeveelheid data waar inzichten over het leerproces van die persoon in verborgen liggen. Met learning analytics kan naar trends en verbanden in de data gezocht worden die voor het blote oog onzichtbaar zijn.

Inzichten die het leersysteem direct weer kan gebruiken om het niveau van vragen aan te passen of bepaalde onderdelen te benadrukken. Of om de vorm van de vragen (bijvoorbeeld grafisch of tekstueel) aan te passen aan de leerstijl van de leerling. Het systeem zit daarmee steeds precies op de grens van wat een leerling aankan (‘zone van naaste ontwikkeling’), zodat die genoeg vragen goed kan beantwoorden maar wel voldoende uitgedaagd blijft (positive reinforcement).

“Educatieve apps maken leren efficiënter, effectiever en leuker.”

Machine learning

Je kunt nog een stap verder gaan door patronen te zoeken in de gegevens van grote groepen personen over het leergedrag en de effectiviteit van het leerproces. Met behulp van machine learning leert het systeem van experts om oorzaken en verbanden te ontdekken in het leerproces, om die kennis vervolgens toe te passen op enorme hoeveelheden data. Met deze technologie kan het systeem bijvoorbeeld de opbouw en volgorde van vragen per leerling optimaliseren. Misschien niet zo bijzonder als je kinderen topografie wil leren, maar denk eens aan het leren van een taal. Daarbij is het leerproces zo ‘fuzzy’ dat machine learning een enorme verbetering kan betekenen. Met behulp van machine learning zijn al geweldige resultaten bereikt in bijvoorbeeld de gezondheidszorg, met het stellen van diagnoses op basis van informatie uit patiëntendossiers.

Niet het goede klimaat?

Hoe komt het dat onderwijs en educatie zo achterlopen in het toepassen van technologie ten opzichte van andere branches? Daar zijn diverse oorzaken voor aan te wijzen. Het onderwijs is sterk gedecentraliseerd. Er zijn heel veel scholen en nog veel meer docenten. Het ontwikkelen van adaptieve leersystemen vergt flinke investeringen die niet door een enkeling gedragen kunnen worden. Zelfs voor hele grote onderwijsorganisaties zijn projecten op dit gebied vaak te kostbaar en complex.

Het volwassenheidsniveau van de IT kennis en infrastructuur van veel onderwijsinstellingen is bovendien laag, waardoor implementatie en adoptie van nieuwe leersystemen vaak moeizaam verlopen. Zo’n verandering vraagt ook om een cultuur en manier van denken die je niet overal aantreft bij educatieve uitgeverijen en producenten van onderwijsmateriaal. Al met al dus niet een klimaat voor snelle technologische innovaties.

“Het ontwikkelen van adaptieve leersystemen vergt flinke investeringen die niet door een enkeling gedragen kunnen worden.”

Traditionele manier van werken

De manier waarop onderwijsmethoden ontwikkeld en aangeboden worden, draagt ook niet bij aan snelle vernieuwing. Waar in veel branches producten en diensten inmiddels as a service (in abonnementsvorm) worden aangeboden, is het gros van de lesmethodes nog steeds gebaseerd op kopen en over vele jaren afschrijven. Een model dat het onmogelijk maakt om voortdurend, in kleine stappen, verbeteringen en vernieuwingen toe te voegen. Een manier van werken die in de wereld van software ontwikkeling allang heeft afgedaan.

Leerzame experimenten in co-creatie

Excuses genoeg om adaptief leren te blijven zien als een mooie toekomstdroom. Maar het wordt tijd om nu echt in actie te komen. Anders leven we straks in een wereld waar leerlingen thuis voor alles een slimme app hebben en op school nog steeds op de oude manier les krijgen. Dat is toch ondenkbaar? Dus geen excuses meer, maar aan de slag met het ontwikkelen van adaptieve educatieve software. In co-creatie tussen onderwijsinstellingen, docenten, leerlingen/studenten, producenten van onderwijsmateriaal en – niet te vergeten – experts in software ontwikkeling, big data en analytics.

Niet met een big-bang, maar via leerzame experimenten waarbij kleine onderdelen van een lesmethode worden gedigitaliseerd en gepersonaliseerd. In nauwe afstemming met docenten. Welke onderdelen kun je goed automatiseren en welke zijn daar minder geschikt voor? En welke inzichten wil je als docent uit het leersysteem kunnen halen?

“Geen excuses meer, maar via leerzame experimenten aan de slag met het ontwikkelen van adaptieve educatieve software!”

Zoek de blue ocean

Ga je aan de slag met de digitale innovatie van je lesmethodes? Volg dan het voorbeeld van andere organisaties en plaats die ontwikkeling aan de randen van je organisatie of zelfs erbuiten. Succesvol innoveren doe je het beste in een ‘blue ocean’. Zorg bovendien dat je initiatieven specifiek genoeg zijn. De benodigde adaptiviteit voor leren rekenen op de basisschool is anders dan voor natuurkunde op het VWO. En voor bijvoorbeeld de bijscholing van ziekenhuisverplegers stel je weer hele andere eisen. Probeer dus niet één generieke oplossing voor álles te maken, maar definieer heel precies de eisen en wensen voor jouw specifieke doelgroep. Zo krijgt iedereen precies het onderwijs dat hij verdient!

Het Nieuwsgierige Kind – 8 Juni 2015 – KNAW

Source: KNAW

Nu online: expertbijeenkomst Het nieuwsgierige kind

16 juni 2015

Tijdens deze expertbijeenkomst op 8 juni 2015 illustreerden kunstenaars en wetenschappers wat de rol van kunst en wetenschap in het funderend onderwijs kan zijn om de nieuwsgierige en onderzoekende houding bij jonge kinderen te cultiveren en te stimuleren.

De KNAW-commissie Basis en Voortgezet Onderwijs en de Akademie van Kunsten organiseerden deze bijeenkomst naar aanleiding van de oproep van staatssecretaris Dekker aan maatschappelijke organisaties om het Platform Onderwijs2032 te voeden met ideeën voor de ontwikkeling van het curriculum in het funderend onderwijs.

Bekijk op ons Vimeo-kanaal

Sprekers:

  • José van Dijck, hoogleraar vergelijkende mediawetenschappen UvA en president KNAW, over het belang van het leren stellen van vragen
  • Carl Figdor, hoogleraar tumorimmunologie Radboud Universiteit en voorzitter KNAW-commissie Basis en Voortgezet Onderwijs, over weten wat te doen als je het niet weet
  • Maarten Kleinhans, hoogleraar aardwetenschappen, Universiteit Utrecht, over jonge onderzoekers in de zandbak
  • Barbara Visser, beeldend kunstenaar en voorzitter van de Akademie van Kunsten, over creatief met kennis – artistiek onderzoek als prisma op reguliere vakken
  • Annemieke Huisingh, projectleider Atelier van licht, over ateliers op school: vrij onderzoek en verbeelding als manier van leren
  • Gijs Scholten van Aschat, acteur en lid van de Akademie van Kunsten, over de spelende mens, de ontwikkeling van verbeelding en empathie bij het kind
  • Marieke Peeters, programmaleider Onderwijs en Onderzoek HAN Pabo en projectmanager Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit, over de relatie nieuwsgierigheid en leren.

Stress en Succes op de Werkvloer | Universiteit van Nederland

Erik Scherder & dr. Kilian Wawoe

Een uniek duocollege met twee toppers van de Universiteit van Nederland: neuropsycholoog Erik Scherder en organisatiepsycholoog Kilian Wawoe (beiden Vrije Universiteit Amsterdam). Verdubbel je kennis met de insights van deze fantastische sprekers die gezamenlijk hun licht zullen laten schijnen op de fenomenen van stress & succes op de werkvloer!

 
Keep Reading!

Permanent Beta: de toekomst van onderwijs

Source: Nieuw Nederland

Permanent Beta is de toekomst van het onderwijs

Verslag landelijke PB dag in Rotterdam
© Jeannette van der Does

Op 13 november werd voor de 7e keer de landelijke Permanent Beta dag gehouden. Het evenement verbindt techniek en wetenschap met kunst en is voor iedereen die zich aanmeldt geheel gratis. Omdat Permanent Beta te gast was op een school werd ook een hackathon ‘Slimmer Leren’ georganiseerd, aangevoerd door Johan Groenen. Professionele programmeurs gingen samen met leerlingen nadenken over slimme apps om leren leuker en effectiever te maken. Nynke Schaaf was er bij en deelt haar gedachten op ons digitale platform.

Keep Reading!

Myths about Girls and Science

A new Verizon commercial cites a sad statistic by the National Science Foundation: 66 percent of 4th grade girls say they like science and math, but only 18 percent of all college engineering majors are female.

It’s important we encourage our children to pursue their dreams regardless of what they are and this ad highlights the importance of the social cues that push girls in particular  away from subjects like math and science in their earliest childhood years.
Source: Educate Inspire Change

Verizon posted the ad on Youtube on 2 jun. 2014, accompanied with the text below (not complete):
Keep Reading!